Het is nu zondag 2 juli, 16:53 uur en ik lig voor pampus op de bank. Het zonnetje schijnt, het gevoel van “wat zonde dat ik hier lig” knaagt ergens aan me. Maar na de 3u slaap van vannacht (leuk feestje) en het chronische tekort aan slaap afgelopen maand, vind ik het wel mooi zo. Ik blijf liggen.
Afgelopen vrijdag was mijn laatste werkdag in dienst bij Changing Life. Mijn laatste werkdag als werknemer. De laatste dag waarop ik in opdracht van mijn werkgever handelingen verrichte. Gisteren werd ik wakker als freelancer. Alles wat ik vanaf nu doe, de ik in opdracht van mezelf. Morgenochtend hoef ik niet naar kantoor en ik deel vanaf nu mijn eigen tijden en dagen in. Ik voel me als een kind in een snoepwinkel.
De beslissing om mijn baan op te zeggen ging niet over één nacht ijs, maar volgde wel vrij snel op de beslissing om ipv 40u, 32u p/w te gaan werken. Sneller dan menigeen had verwacht. Ook sneller dan ik had verwacht. Maar het voelde goed, zo goed, dat ik niet meer kon wachten.
En nu is het moment daar. Eind van de maand ontvang ik geen salaris op mijn rekening, ik moet het nu echt helemaal zelf gaan doen. Ik wil helpen, maar willen mensen wel door mij geholpen worden? Ik wil spreken, het liefst voor zo groot en vol mogelijke zalen, maar willen mensen mij wel horen? Ik vind het zó spannend.
Één ding is zeker. Het aantal mensen wereldwijd wat met burnout klachten loopt is nog nooit zo hoog geweest, werkstress is beroepsziekte nummer één en de vraag “wie ben ik, en wie wil ik zijn” is nog nooit zo moeilijk geweest om te beantwoorden.
Daar moet iets aan veranderen. De burnout moet bespreekbaar worden gemaakt, er moet bewustheid gecreëerd worden omtrent de eigen keuzes in het leven en de gevolgen van die keuzes, en we moeten weer leren luisteren naar ons hart, naar ons gevoel. De vraag: “Wat wil jij zelf?” moet makkelijk te beantwoorden zijn.
Daar ga ik mij hard voor maken. Daar sta ik voor. Met heel mijn hart. Of ik ervan kan leven gaan we zien, of het een succes wordt weet niemand, maar als ik het niet probeer weet ik het nooit. Ik leef maar één keer, ik ben maar één keer dertig, dít is het moment.
Naja, niet dít. Morgen. Vandaag doe ik even lekker niks.